Waarom juist nu de aandacht voor taalomgeving thuis zo belangrijk is!

Waarom juist nu de aandacht voor taalomgeving thuis zo belangrijk is!

Martine van der Pluijm, pedagoog, docent en onderzoeker Hogeschool Rotterdam, denkt met de VoorleesExpress. Hoe moeten we de VoorleesExpress vormgeven in een 1,5 meter samenleving. Voorafgaand aan een digitale brainstorm stuurt zij ons deze input. Stof tot nadenken!  
------------------------------------------------------------

In de hectiek van de maatregelen rondom Corona bestaat het gevaar dat het samenwerken met ouders even op een lager pitje komt. Jammer! Juist nu in deze situatie waarin kinderen nog meer tijd thuis doorbrengen is onze aandacht voor de taalomgeving van kinderen van belang. Maar hoe dan? Alles staat of valt met onze visie die samenwerking. De bio-ecologische theorie van Bronfenbrenner kan daarbij behulpzaam zijn.

Bronfenbrenner (1979, 2006), een Russische psycholoog, helpt ons de taalontwikkeling van kinderen te begrijpen. Bronfenbrenner heeft een model ontwikkeld, dat bestaat uit meerdere niveaus die het kind direct of indirect beïnvloeden. Bronfenbrenner vergeleek zijn theorie ook ook wel met de Russische babushka poppetjes, die van klein tot groot zo mooi in elkaar passen.

Het bio-ecologische model van Bronfenbrenner stelt het kind dus centraal. Laten we een kijkje nemen en zien hoe dit model er uit ziet.
bronfenbrenner 3
 
De meeste nabije en invloedrijke omgeving is de omgeving waarin het kind de meeste tijd doorbrengt. Deze invloed wordt geïllustreerd met een eerste cirkel om het kind, die het ‘microsysteem’ wordt genoemd. Dat is in de eerste plaats het gezin, naast andere invloedrijke settings zoals school of de buurt.

De volgende cirkel die van invloed is op de ontwikkeling van het kind wordt het ‘mesosysteem’ genoemd. Hiermee wordt de invloed bedoeld op het kind, die voortkomt uit de wisselwerking tussen verschillende settings in het micro systeem, zoals tussen gezin en school, tussen ouders en buren.

De derde cirkel wordt het ‘exosysteem’ genoemd, waarmee verwezen wordt naar invloed die minder direct is, zoals onderwijsbeleid of het school curriculum. Maar denk ook aan interacties met media.

De vierde cirkel is het ‘macrosysteem’ dat op afstand de ontwikkeling van het kind indirect beïnvloedt. Voorbeelden zijn sociale normen en waarden die een rol kunnen spelen in een samenleving en culturele overtuigingen over ontwikkelingsstimulering bij kinderen.  

Tot slot vormt de vijfde component het ‘chronosysteem’, die als een onderlaag getekend is, en verwijst naar de invloed die tijd heeft op de kinderlijke ontwikkeling. Hiermee wordt geïllustreerd hoe we de verschillende transities kunnen begrijpen die kinderen doormaken op verschillende leeftijden, zoals de overgang naar de basisschool of van basisschool naar voortgezet onderwijs. Uiteraard zijn die verschillende settings en verbindingen die we hiervoor geschetst hebben steeds van invloed op hoe die transities verlopen.

Bronfenbrenner ziet de ontwikkeling van een mens als een voortdurend proces van interacties tussen het individu met eigen aanleg en dat zich ontwikkelt in wisselwerking met de verschillende settings. Als we kijken naar de taalontwikkeling van jonge kinderen dan vinden we hier het aanknopingspunt waarom onze aandacht voor de gezinssituatie zo belangrijk is. Jonge kinderen leren daar de meeste taal, in die meest nabije omgeving. De school is een volgende belangrijke speler in de taalontwikkeling van kinderen. Vervolgens is ook de wisselwerking tussen gezin en school van groot belang voor de ondersteuning van de taalontwikkeling van jonge kinderen.

In deze tijd is de wisselwerking tussen systemen net anders dan anders. Het kind brengt nu veruit de meeste tijd door in het gezin. De school en andere settings staan letterlijk meer op afstand. Ook de wisselwerking tussen gezin en school krijgt minder kans. Ouders met minder opleiding en taalvaardigheid hebben juist nu die verbinding met leraren en andere professionals nodig. Niet om de les gelezen te worden, maar om samen de taalontwikkeling van jonge kinderen te ondersteunen door rijke interacties aan te gaan.

Bronnen:

Bronfenbrenner, U. & Morris, P. A. (2006). The bioecological model of human development. In: R.M. Lerner and W.E. Damon (Eds). Handbook of Child Psychology: Vol 1, Theoretical Models of Human Development, Sixth Edition, (pp. 793-828). Chichester: John Wiley and Sons.
Bronfenbrenner, U. (1979). The Ecology of Human Development. Experiments by nature and design. Cambridge, MA: Harvard University Press.
Hayes, N., O’Toole, L, & Halpenny, A.M. (2017). Introducing Bronfenbrenner. A Guide for Practioners and Students in Early Years Education. New York: Routledge.